..en toen die hamer

Gepubliceerd op 10 maart 2021 om 12:43

*geschreven in december 2015* "BOINK” de man met de hamer, die al een tijdje op mij stond te wachten en waarvan ik zijn aanwezigheid al enige tijd kon voelen, heeft genadeloos de klap uitgedeeld. Verdwaasd en lamgeslagen zit ik op mijn bank, moe, hoofdpijn en zere ogen van het huilen. Ik kijk de kamer in, die tien keer leger en groter lijkt dan hij is. Mijn hersens, die de laatste maanden overuren maakten, die mij ’s nachts wakker hielden, lijken er ineens ook mee op te houden.

Het enige gevoel wat nog over gebleven is, is een enorme vermoeidheid. Een vermoeidheid waarvan ik, tegen beter weten in, bleef volhouden dat het door de griep, een keelontsteking of een ander virus kwam. De griep ging over, de koorts verdween, de keelpijn ging over, langzaam, dat wel. Het enige wat overbleef was die ellendige vermoeidheid.
Voor die ellendige griep kwam, liet ik mijn bloed al onderzoeken. Ik was al maanden moe, ver voor de zomervakantie al. Eigenlijk al bijna een jaar. Maar ach, af en toe een extra dag vrij, of drie weken verlof in de zomer, die zouden wel helpen om me weer fitter te voelen. Echter na zo’n lang weekend, met volledige zorg voor mijn dochters, was ik daarna vaak toe aan nog een weekend. Een echt weekend, een weekend niks, echt niks…Maar zo werkt het helaas niet.

Op maandag begint er weer een nieuwe werkweek, een week met op alle avonden verplichtingen in de vorm van een taxi richting een sportactiviteit van de kinderen, een werkweekend zonder kinderen, maar wel ruim veertig uren werken, om vervolgens op dinsdag de kinderen weer thuis te krijgen en de volledige zorgtaken weer op mij te nemen, met alles erop en eraan.

De maandagen werden steeds zwaarder, in de wetenschap dat er opnieuw zo’n volle drukke week volgde. Dan lag ik in het weekend ’s nachts wakker omdat ik zo op zag tegen de maandag. Op je werk wil je niet onderdoen voor de rest dus zeg je overal ‘ja’ op, probeer je overal aan te denken, inclusief die ene collega waar het thuis niet zo lekker loopt, probeer je zelfs een tandje harder te lopen daar waar mogelijk en wil je je vooral niet ziekmelden als je je niet zo lekker voelt. Voor je gevoel lig je al zo onder een vergrootglas als alleenstaande moeder met de nodige sores achter de rug.
En toen, op de zoveelste maandag, kon ik gewoon niet meer. M’n lichaam was moe, deed pijn, en de tranen prikten achter m’n ogen.

“Ga toch lekker naar huis” zei iemand die mij ellendig achter de computer zag zitten. Ik wuifde het weg. Ik wilde niet naar huis, ik ging deze dag heus wel volhouden. Vanavond zou ik vroeg naar bed gaan en dan was het wel weer over. De volgende collega kwam, mijn chef, en die stuurde mij letterlijk naar huis. Nog steeds voelde ik weerstand, want ik wist, als ik nu naar huis ga en mij aan dit ellendige gevoel overgeef, dan kom ik niet meer terug…Want ik kan niet meer, ik kan gewoon niet meer…
Thuis gekomen kon ik alleen maar op de bank liggen zo moe was ik. Ik viel in slaap en na twee uur werd ik wakker. Ik voelde mij ziek, ziek van ellende. Twee dagen later kreeg ik koorts, net als half Nederland werd ik geveld door de griep. Een fikse keelontsteking kwam erachteraan. Het kon rustig tien dagen duren zei de huisarts. Maar na tien dagen knapte ik helemaal niet op, verre van dat zelfs. Een boodschapje doen kostte mij zoveel energie dat ik daarna een half uur op de bank moest liggen om weer bij de mensen te komen. Zelfs zo moe, dat mijn oogleden zwaar aanvoelde en ik wel kon slapen. En soms deed ik dat ook. Mijn dagen bestonden uit de meiden naar hun sport rijden, een boodschapje doen en op de bank liggen, dat was het. En ook dat werd na een paar dagen niet beter.

Ik kon nog wel bedenken dat het herstel misschien wat langer zou duren omdat ik al zo lang moe was. Maar ja wat is dan wat langer. Nog een week extra? Of nog twee weken? Hoe lang dan? Af en toe een goede dag, leverde twee ellendige dagen op, want dan deed ik natuurlijk gelijk iets teveel.

Hoe doe je dat eigenlijk, uitrusten? Verplicht op de bank liggen met een griep of een keelontsteking ging mij wel makkelijk af, maar hoe rust je dan uit als je niet ziek bent?
En dan, bij drie goede dagen, stap ik een paar keer op de fiets en ga ik een keer veel te laat naar bed. Ik was even klaar met niet fit zijn. Ik kwam nauwelijks vooruit met fietsen en slapen lukte die nacht totaal niet. Te moe natuurlijk. Twee dagen keelpijn en opnieuw ziek van ellende was het gevolg.

Zie je wel, er is wel wat met mij aan de hand. Ik voel het toch? Weer terug naar de huisarts, opnieuw bloedprikken maar diep vanbinnen weet ik het al…ik heb helemaal niet last van een virus.
Eenmaal thuis staat de man met de hamer op mij te wachten. M’n werk laat weten dat ze mij momenteel niet kunnen gebruiken... ‘boink’.

Wat praktische zaken worden geregeld en besproken. Ik voel dat het goed is, maar ben tegelijkertijd zo verdrietig. Het voelt als falen, schaamte, ik voel mij zo klein, zo verdrietig, maar ik voel ook opluchting, nu kan ik eindelijk gaan uitrusten. Alle vermoeidheid en tranen komen eruit in de dagen erna, ik ben letterlijk op. Na twee weken huilen en slapen dringt het langzaam tot mij door. Na de scheiding ben ik op het ‘overlevingspad’ gaan wandelen.

En dat heb ik precies vier jaar volgehouden. Ik heb alleen maar gezorgd en gewerkt en ben mezelf vergeten. Nu is dat klaar, ik hou het niet meer vol, en ik wil het ook niet meer volhouden. Heel langzaam kom ik tot rust, heb ik minder pijn, en krijg ik weer een beetje energie.
Stukje voor stukje ga ik bedenken welk pad ik ga uitkiezen om over te wandelen. Een pad waar ik lief voor mijzelf ben, en niet zo streng en flink, een pad met leuke dingen.

Een pad die mij energie gaat geven in plaats van dat het mij energie kost. Ik weet niet hoe lang het duurt voor ik bij dat pad ben, maar de eerste stapjes in de goede richting zijn gezet. Ik heb er zin in…

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.